Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Inleiding

De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en
verantwoording provincies en gemeenten (BBV) daarvoor geeft.

Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van
historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en
passiva opgenomen tegen nominale waarden.

De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten
worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het
dividend betaalbaar gesteld wordt.

Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen
voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (reorganisaties) dient wel een verplichting gevormd te worden.

Stelselwijziging
In 2014 heeft een stelselwijziging plaatsgevonden met betrekking tot de niet bestede middelen welke vanuit de rioolheffingen en de reiniging worden ontvangen. In eerdere jaren werden de niet bestede middelen toegevoegd aan de reserve spaarvoorziening riolering en de reserve reiniging. Vanaf het boekjaar 2014 dienen deze reserves te worden geclassificeerd als voorzieningen. Op basis van de notitie riolering van commissie BBV is deze wijziging verwerkt als een rechtstreekse vermogensmutaties, en is overboeking niet verwerkt via functie 980. Deze wijziging heeft geen impact op het resultaat of toekomstige uitgaven.

In de jaarrekening 2014 heeft een stelselwijziging plaatsgevonden binnen de materiele vaste activa.
Op basis van het BBV dienen vanaf 2014 de investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven, apart  te worden geclassificeerd. De wijzigingen zijn direct verwerkt in de balans 2014, waarbij ook de vergelijkende cijfers zijn aangepast. Deze stelselwijziging heeft geen impact op het resultaat, het vermogen of toekomstige uitgaven.

Balans

Vaste activa
Artikel 59 BBV beschrijft het onderscheid tussen investeringen met uitsluitend maatschappelijk nut in
de openbare ruimte en investeringen met een (beperkt) economisch nut. Investeringen die op enigerlei wijze kunnen leiden tot of bijdragen aan het verwerven van inkomsten zijn investeringen met
economisch nut.

De vraag of de investering geheel kan worden terugverdiend is niet relevant voor de classificatie.
Bij raadsbesluit van 28 maart 2011 is de nota waardering en afschrijving vaste activa van de gemeente Dalfsen opnieuw vastgesteld. Hierin zijn nadere uitgangspunten en kaders gesteld met betrekking tot activering en waardering voor de komende jaren. Onder andere is hierin vastgesteld het activeringsbeleid en de te hanteren afschrijvingstermijnen van de diverse activa. Ook is hierin
bepaald dat in beginsel voor het eerst wordt afgeschreven in het boekjaar nadat de investering voor
het grootste deel is afgerond.

Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijging- c.q. vervaardigingprijs
verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn. De
kosten van onderzoek en ontwikkeling worden maximaal in 5 jaar afgeschreven. Afsluitkosten van
opgenomen geldleningen worden in het jaar waarin ze worden gemaakt in een keer ten laste van het
eigen vermogen gebracht.

Materiële vaste activa met economisch nut.

Investeringen met economisch nut, inclusief investeringen met economisch nut waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven
Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijging- of vervaardigingprijs. Specifieke
investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in
die gevallen wordt op het saldo afgeschreven.
Slijtende investeringen worden vanaf het moment van ingebruikneming lineair afgeschreven in de
verwachte gebruiksduur, waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. Op
grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven.
Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. In het begrotingsjaar heeft een dergelijke vermindering overigens niet plaatsgevonden. Dergelijke afwaarderingen worden teruggenomen als ze niet langer noodzakelijk blijken. Op 19 december 2011 is het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP) door de raad vastgesteld. In deze nota is vermeld, dat op riolering investeringen niet meer wordt afgeschreven, maar dat deze rechtstreeks ten laste van de Spaarvoorziening Riolering zullen worden gebracht.

Vanaf boekjaar 2014 dienen investeringen in economisch nut waarvoor heffingen worden ontvangen geclassificeerd te worden in een aparte categorie. Dit heeft in 2014 plaatsgevonden en heeft geleidt tot aanpassing van de vergelijkende cijfers.

De gehanteerde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren:
Gronden en terreinen n.v.t.
Woonruimten 40
Bedrijfsgebouwen 20-40
Vervoermiddelen 6-10
Machines, apparaten en installaties 5-10
Overige materiële vaste activa w.o. inventarissen 10-25
Automatisering 5

Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut
Overeenkomstig de nota waardering en afschrijving vaste activa, worden infrastructurele werken in de
openbare ruimte als volgt afgeschreven:
Wegen, straten, pleinen, trottoirs 10-25
Openbare verlichting 10-25
Groen en plantsoenen 10-25

De ondergrond van deze werken wordt daarbij als integraal onderdeel van het werk beschouwd (en
dus ook afgeschreven). Overigens wordt in de genoemde nota uitdrukkelijk vermeld dat er in beginsel
geen (resultaatafhankelijke) extra afschrijvingen worden gepleegd op de investeringen met uitsluitend
maatschappelijk nut. In het kader van het BBV worden de boekwaarden nadrukkelijk gezien als nog te dekken investeringsrestanten.

Financiële vaste activa
Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen u/g zijn opgenomen tegen
nominale waarde. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.
Participaties in het aandelenkapitaal van NV's en BV's ("kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen" in
de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingprijs zal afwaardering
plaatsvinden. Tot dusver is een dergelijke afwaardering gelukkig niet noodzakelijk gebleken.

Bijdragen aan activa van derden worden gewaardeerd op het bedrag van de verstrekte bijdragen,
verminderd met afschrijvingen. De verleende bijdragen worden afgeschreven in de periode waarin het
betrokken actief van de derde op basis van de door de gemeente gestelde voorwaarden moet
bijdragen aan de publieke taak.

Vlottende activa

Voorraden
Overige gronden
Overige gronden worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, dan wel lagere marktwaarde.

Niet in exploitatie genomen gronden
De nog niet in exploitatie genomen bouwgronden zijn gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs inclusief bijkomende kosten, dan wel lagere marktwaarde.

Onderhanden werk
De als "onderhanden werken" opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de
vervaardigingprijs, dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingprijs omvat de kosten die
rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van
bouw- en woonrijpmaken), alsmede een redelijk te achten aandeel in de rentekosten en de
administratie- en beheerskosten.

Winsten uit de grondexploitatie worden slechts genomen indien en
voor zover die met voldoende mate van betrouwbaarheid als gerealiseerd aangemerkt kunnen worden. Zolang daarvan geen sprake is worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de
vervaardigingkosten in mindering gebracht.

Gereed product en handelsgoederen
Gerede producten worden gewaardeerd tegen de kostprijs.

Vorderingen en overlopende activa
De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een
voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte
inningskansen.

Liquide middelen en overlopende posten.
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

Voorzieningen
Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het
voorzienbare verlies.

De pensioenverplichting ten behoeve van de wethouders is echter op de contante waarde van de
(reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd.

De onderhoudsegalisatievoorzieningen stoelen op een meerjarenraming van het uit te voeren groot
onderhoud aan (een deel van) de gemeentelijke kapitaalgoederen, waarin rekening is gehouden met
de kwaliteitseisen die ter zake geformuleerd zijn. In de paragraaf "onderhoud kapitaalgoederen" die is
opgenomen in het jaarverslag is het beleid ter zake nader uiteengezet.

In 2014 zijn de egalisatie voorziening riolering en de reserve reiniging overgeheveld naar de voorzieningen. Via de rioolheffingen worden heffingen ontvangen, overschotten en tekorten op de riolering worden toegevoegd of onttrokken aan de voorziening. Deze voorziening is in 2014 overgeheveld vanuit de reserve naar de voorziening. Deze overheveling is op basis van de notitie riolering van de commissie BBV verricht via een directe balansmutatie en betreft een stelselwijziging.

Vaste schulden
Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen.
De vaste schulden hebben een rente typische looptijd van één jaar of langer.

Vlottende passiva
De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Onder de overlopende passiva zijn de van overheidslichamen (vooruit) ontvangen voorschotbedragen voor een specifiek
bestedingsdoel opgenomen.

Borg- en Garantstellingen
Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten telling het totaalbedrag van de

geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen.